Nieuw hoofdpijndossier voor de Belastingdienst?
24 maart 2022
De Belastingdienst zit in de hoek waar de klappen vallen. De toeslagenaffaire, de zwarte lijst Fraude Signalering Voorziening en de uitspraak van de Hoge Raad over de belastingheffing op vermogen zijn de meest tot de verbeelding sprekende incidenten uit een lange reeks die de Belastingdienst te verduren heeft. Daar dreigt nu een nieuw probleem bij te komen.
Zoals ik enig jaren geleden al schreef verplicht de Belastingdienst ondernemers voor de communicatie met de Belastingdienst gebruik te maken van eHerkenning. Dat is een systeem vergelijkbaar met DIGID voor particulieren, maar met het verschil dat eHerkenning commercieel is en de ondernemer daarvoor moet betalen.
Voor het doen van aangifte loonheffing, btw en vennootschapsbelasting is eHerkenning verplicht. Veel ondernemers laten het doen van deze aangiften over aan een accountantskantoor zodat de ondernemer zelf geen eHerkenning hoeft aan te vragen. Sommige ondernemers doen de aangifte echter zelf en zijn dus verplicht eHerkenning aan te schaffen.
Een ondernemer weigerde dit en kon daardoor geen aangifte loonheffing indienen. Dat leidde uiteindelijk tot een naheffing met boete, waartegen de ondernemer in beroep ging. De rechter vond dat de ondernemer gelijk had met de stelling dat aangifte doen kosteloos moet zijn. Dat de overheid een overgangsregeling had gecreëerd waarbij de ondernemer een deel van de kosten van eHerkenning in een overgangsperiode kon terugkrijgen deed daar volgens de rechter niets aan af. De naheffing en boete gingen dus van tafel.
De ondernemer kon dus ongestraft geen aangifte doen voor de belastingheffing. Uiteraard wordt het voor de Belastingdienst erg lastig om belasting te innen als er geen belastingaangifte meer hoeft te worden gedaan. Nu speelde deze procedure bij de Rechtbank en is er nog hoger beroep mogelijk en dat zal de Belastingdienst dan ook wel gaan doen. Mocht de Hoge Raad de Rechtbank volgen dan is er weer een hoofdpijndossier bij voor de overheid.
Bij de behandeling van deze wetgeving is uitdrukkelijk stil gestaan bij de verplichte aanschaf van eHerkenning. De regering hielt het parlement daarbij steeds voor dat dit rechtmatig en proportioneel was. De rechter vind dat nu kennelijk niet. Het ware beter geweest dat de wetgever naar de waarschuwingen vanuit het parlement had geluisterd en was gekomen met een DIGID voor ondernemers.