Inkomensafhankelijke combinatiekorting en co-ouderschap

Inkomensafhankelijke combinatiekorting en co-ouderschap

7 oktober 2021

De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is bedoeld om ouders te stimuleren naast hun zorgtaken voor kind of kinderen ook (betaalde) arbeid te verrichten. Het maximale bedrag is € 2.881. Het is een korting op de belasting; je betaald dus bijna drieduizend euro minder belasting. Een flink bedrag.

Het is daarom ook niet gek dat er al jaren over wordt geprocedeerd. Daarbij gaat het dan meestal om samengestelde gezinnen waarbij kinderen soms bij de ene en dan weer bij de andere ouder verblijven. Een kind kan namelijk slechts op één adres zijn ingeschreven en dat is een voorwaarde voor de IACK. Als er meerdere kinderen zijn, kan een creatieve oplossing zijn dat één kind bij de ene ouder en het andere kind bij de andere ouder wordt ingeschreven. Het is namelijk niet zo dat meerdere kinderen ook meer IACK betekent. Eén per ouder is dus genoeg.

Mocht dat niet mogelijk zijn, dan kan wellicht gebruik worden gemaakt van de co-ouderschapsregeling. Als een kind gewoonlijk minimaal 3 dagen per week bij een ouder verblijft dan heeft die ouder recht ook op IACK. Zo kunnen beide ouders IACK krijgen als kinderen in een ritme van 3 dagen/4 dagen bij beide ouders verblijven. Dat moet dan volgens de rechter wel uitgelegd worden als 3 x 24 uur. Een kind dat op de eerste dag ’s morgens wordt afgezet en op derde dag ’s avonds weer wordt opgehaald, verblijft dus geen 3 dagen bij die ouder.

De rechter bleek wat toeschietelijker door een ander repeterend ritme, namelijk waarbij het kind de ene week 1 dag en de andere week 5 dagen bij vader verbleef, ondanks dat dit niet conform de regeling is, ook toe te staan. De vader kreeg in deze situatie dus toch IACK. 

Daarom heeft de wetgever besloten om de regeling te versoepelen. Vanaf 1 januari 2021 is het enkel nog van belang of het kind in een herhalend ritme ten minste 156 dagen bij een ouder verblijft. Dat kan dus ook de ene maand bij de ene ouder en de andere maand bij de andere ouder of elke andere verdeling zijn. Wel wordt vastgehouden aan “een dag is 24 uur”. Verblijft een kind een gedeelte van een dag bij de ouder, dan telt dit dus niet mee.