Fiscale behandeling van de eigen woning
1 september 2018
Ooit heel lang geleden was de gedachte dat het bezit van een eigen woning moest worden gezien als een fiscale inkomensbron. Het gevolg hiervan of wellicht juist het doel, was dat alle kosten die verband hielden met de woning fiscaal aftrekbaar werden.
De wetgever begon eigenlijk meteen maatregelen te nemen om de fiscale voordelen in te perken. Zo zijn onderhoudskosten (anders dan de specifieke aftrek voor monumentenwoningen) allang niet meer aftrekbaar en is ook aan de grootste aftrekpost, de aftrek van rente van de eigenwoninglening (in de volksmond: hypotheekrenteaftrek) flink gemorreld.
Om maar een paar dingen te noemen: Alleen rente van leningen waarmee een eigen woning is aangekocht of verbouwd is aftrekbaar. Bij verhuizing moet de overwaarde van de oude woning worden geïnvesteerd in de nieuwe woning. De rente van de eigen woning mag maximaal 30 jaar fiscaal worden afgetrokken en de lening moet inmiddels ook in 30 jaar worden afgelost, zodat de renteaftrek elk jaar minder wordt.
Het vorige kabinet besloot de aftrek tegen het toptarief van 52% in 20 jaar terug te brengen naar een aftrek tegen 42%, een half procentpunt per jaar minder dus. Het huidige kabinet versneld deze afbouw: Vanaf 2020 gaat de aftrek in de hoogste schijf jaarlijks met 3 procentpunt naar beneden in plaats van een half procentpunt. Zodoende komt de maximale aftrek aanmerkelijk sneller op 42%.
Tevens heeft het kabinet besloten de Wet Hillen (genoemd naar het CDA tweede kamerlid Hillen), terug te draaien. Op basis daarvan hoefde huiseigenaren die geen hypotheekrente hadden om af te trekken ook geen bijtelling te doen op basis van het huurwaardeforfait.. Door de nieuwe maatregel van het kabinet komt deze bijtelling weer terug. Het kabinet doet dit in stapjes in 30 jaar. Maar dat zou zomaar in de toekomst kunnen worden versneld.
Er worden echter weer geen principiële keuze gemaakt. Het blijft aanmodderen met steeds ingewikkeldere wetgeving, die ook nog eens niet eenvoudig en rechtvaardig kan worden genoemd.
Fiscalisten pleiten er al vanaf de invoering van de Wet Inkomstenbelasting 2001 voor Eigen Woning niet langer te zien als fiscaal inkomen, maar als vermogen en dus in box 3. Uiteraard moeten ook dan maatregelen genomen worden om het volledig wegvallen van de renteaftrek ineens te voorkomen, maar er wordt dan in elk geval een structurele oplossing gekozen, in plaats van het doolhof aan regelingen en uitzonderingen die er nu in de eigen-woning regeling zitten.