Belastingwijzigingen voor B.V.-ondernemers

Belastingwijzigingen voor B.V.-ondernemers

2 december 2022

Het belastingpakket 2023 bevat een groot aantal wijzigingen voor ondernemers die hun onderneming uitoefenen in een besloten vennootschap (B.V.).

Om met de tarieven te beginnen. De laatste jaren is de belasting voor kleine ondernemers flink verlaagd. Het lage vennootschapsbelastingtarief ging van 19% in 2019 via 16,5% omlaag tot 15% vanaf 2021. Tegelijkertijd ging het bedrag waarover het lage tarief wordt berekend omhoog van € 200.000 tot € 395.000. In 2023 gaan we in één keer terug naar af: 19% over de eerste € 200.000. Het hoge tarief was in 2022 al verhoogd van 25% naar 25,8% (om de oplopende zorgkosten in verband met corona te betalen). De trend lijkt hogere tarieven, maar logica zit er niet veel in.

Naast belasting over de winst betalen B.V.-ondernemers ook belasting als ze opgepotte winst uit de B.V. halen, bijvoorbeeld als dividend. Deze zogenaamde aanmerkelijkbelangheffing is vanaf 2019 omhoog gegaan van 25% tot inmiddels 26,9%. Het belastingplan 2023 kondigt een verdere wijziging aan, namelijk een laag tarief van 24,5% tot € 67.000. Daarboven wordt het tarief 31%. Dat zou dan in 2024 moeten ingaan. Nu kan er in een jaar van alles gebeuren: uitstel, wijziging of afstel zou best kunnen. Even afwachten dus.

Zo’n regeling die na een paar jaar uitstel en met wijzigingen er toch is gekomen is de zogenaamde excessief lenen-regeling. Om de belangheffing uit te stellen kunnen ondernemers namelijk ook geld lenen van hun B.V. in plaats van dividend uitkeren. Nu kan dat niet zomaar. De ondernemer mag met zijn B.V. niet onzakelijk handelen, maar voor de Belastingdienst is dat vaak lastig te bewijzen. Daarom zegt de nieuwe regeling dat ondernemers maximaal € 700.000 mogen lenen. Lenen ze meer dan wordt dat gezien als dividend en is er direct belangheffing verschuldigd. 

Ten slotte wordt er ook nog gesleuteld aan de zogenaamde gebruikelijk loon regeling. Deze regeling zegt kortgezegd dat een ondernemer ten minste hetzelfde salaris uit zijn B.V. moet opnemen als een werknemer in een meest vergelijkbare functie. Op die manier wordt voorkomen dat de ondernemer zich een laag salaris toekent en op die manier belasting uitstelt. Deze regeling wordt verscherpt, onder meer door de doelmatigheidsmarge af te schaffen.