B.V. en fiscale gevolgen van overlijden
12 juni 2019
B.V. en fiscale gevolgen van overlijden
Het is een bekend verschijnsel bij ondernemers. Hun hele leven proberen ze de fiscus zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Geld blijft in de besloten vennootschap (B.V.) zitten en de B.V. zorgt via pensioen- en/of lijfrentevoorzieningen voor hun oude dag. Afrekenen met de belastingdienst is voor later.
Op enig moment komt echter de (fiscale) klap. Het geld in de B.V. raakt op voordat de voormalig ondernemer overlijdt. Het pensioen kan niet meer worden uitgekeerd. Pijnlijker wordt het als in het verleden via leningen reeds geld aan de B.V. is onttrokken en in privé is opgemaakt. De belastingdienst zal dan eisen dat dit eerst wordt aangevuld. Pas daarna kan de fiscale claim uit de boeken.
De andere mogelijkheid is dat de ondernemer overlijdt voordat het vermogen van de B.V. op is. Er is dan wel wat te erven, maar de erfgenamen dienen rekening te houden met een fiscale claim. Niet alleen erfbelasting, maar wellicht ook vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting.
Vennootschapsbelasting is verschuldigd over de zogenaamde vrijvalwinst. Dat is de winst die de B.V. maakt omdat de oudedagsvoorzieningen niet langer worden uitgekeerd (de pensioengerechtigde is immers overleden). Deze voorzieningen zijn in het verleden opgebouwd ten laste van de winst en daarvoor is belastingaftrek genoten. De vrijval is belast met vennootschapsbelasting.
Daarnaast wordt overlijden fiscaal gezien als een fictieve verkoop van de aandelen in de B.V. Daarom is inkomstenbelasting verschuldigd over de waarde van de aandelen (het in de B.V. achtergebleven vermogen). Alleen als er nog sprake is van een onderneming kan de claim worden doorgeschoven.
Op zich is er weinig tegen een fiscale afrekening bij overlijden in te brengen. Het gaat in essentie om belasting die eerder door de ondernemer op de lange baan is geschoven. Het is echter wel van belang dat de voormalig ondernemer zich bewust is van de claim en zorgt voor voldoende liquide middelen. Anders blijven de erfgenamen met de kater zitten.