Geen aanspraak pachter op ammoniakrechten

17 juni 2021

Er bestaat rechtspraak over wie en onder welke voorwaarden aanspraak kan maken op fosfaatrechten bij het einde van de pacht. Maar hoe zit dit bij de ammoniakrechten?

In een zaak voor de pachtkamer van de rechtbank had de verpachter om ontbinding van de pachtovereenkomst gevraagd vanwege slecht pachterschap. De rechter zag hiertoe geen redenen. 

De pachter had een tegenvordering ingediend, inhoudend dat de verpachter bij het einde van de pachtovereenkomst was gehouden om de helft van de ammoniakrechten aan hem over te dragen, althans de helft van de waarde daarvan te vergoeden.

De rechter oordeelde hierover dat de natuurvergunning ziet op de gevolgen van de exploitatie van het bedrijf en niet gebonden is met de persoon van de exploitant van het bedrijf. Afsplitsen van rechten die uit een vergunning voortvloeien staat haaks op dat de natuurvergunning is gerelateerd aan het bedrijf van de verpachter. In dit geval had de pachter geen bijdrage geleverd aan het kunnen verlenen van de natuurvergunning. De vergunning was verleend op basis van een al langer bestaande situatie, van voor het aangaan van de pachtrelatie. De rechter constateerde ook dat de natuurvergunning was verleend ten aanzien van een veel groter aantal dieren dan de pachter er hield en volgens de pachtovereenkomst maximaal mag houden, hetgeen een aanwijzing was voor de hiervoor bedoelde afwezigheid van verband tussen de pacht door de pachter en de vergunningverlening. De pachter had dan ook geen aanspraak op de ammoniakrechten.